Als we samen uit schooltijd een kopje thee drinken:
“Waarom heeft papa eigenlijk alleen fietskleren met korte mouwen? O ik weet het al, dat ziet er sterker en stoerder uit! Want papa is ook heel sterk en heel stoer en hij doet wel domme dingen maar soms ook slimme en stoere dingen! Maar hij kan niet fietsen als er sneeuw ligt, want dan krijgt hij het veel te koud!”
Als we zonder papa aan het eten zijn (papa had een uitje met collega’s), terwijl Coosje ook in bed ligt:
“Als we met z’n allen aan tafel zitten dan heet dat maaltijd. Maar papa en Coosje zitten er nu niet bij, dus nu is het geen echte maaltijd. Dat vind ik wel jammer.”