Gedichtjes

Bette zit aan de keukentafel en ik in de vensterbank. “Ik verveel me” zegt Bette, wat mij uitlokt tot het opzeggen van “Spelen”.

Ik zit mij voor het vensterglas
onnoemelijk te vervelen
Ik wou dat ik twee hondjes was,
dan kon ik samen spelen.

“Leuk!” vindt Bette, “ken je er nog meer?” dus ik doe de Blauwbilgorgel (alleen het eerste couplet):

Ik ben de blauwbilgorgel,
Mijn vader was een porgel,
Mijn moeder was een porulan,
Daar komen vreemde kind’ren van.
Raban! Raban! Raban!

Na afloop kijkt Bette wat moeilijk en zegt: “Ook leuk, maar deze snap ik niet zo goed. Was die soms in het Engels?”.

De vraag is nu natuurlijk, moet ik maar liever terug naar de versjes van Annie MG Schmidt uit Ziezo, of zal ik doorgaan met Jabberwocky?

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

1 Reactie op Gedichtjes

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *