Op een donderdagmorgen brengt Christiaan Arend en Bette naar school, en ik Jan naar de crèche voor we allebei naar ons werk vertrekken. Christiaan, Arend en Bette zijn wat eerder weg dan Jan en ik. Ik ben nog even boven. Als ik beneden kom zie ik om onduidelijke redenen Jan z’n stoel tegen de kast in de keuken staan:
Als Jan vrolijk de kamer in komt rennen als hij mij weer hoort, wordt me duidelijk waarom die stoel daar staat. “Jij hebt een chocolade-eitje gepakt, stouterd!” zeg ik. Jan kijkt me stomverbaasd aan. “Hoe wéét het mens dat??” zie je hem denken. Tja, moeders voelen zoiets aan, zeg maar.
3 Reacties op Deugniet