Zaterdag heeft papa dienst dus zijn we met z’n allen vroeg beneden. Bette leest Arend voor uit het grote luikjesboek van Mozes. Het begin heb ik helaas gemist, ik val in als Bette vertelt over de tien plagen.
“God was heel erg boos, want de plinses had een babietje in huis, maar die was van iemand anders. Dus kwamen er… (één voor één de luikjes open) …kikkers, en mieren, en een slang, en vissen, en koeien en hagelslag.”
Meer leuke uitspraken van Bette:
Mama zet koffie in afwachting van papa, die even weg is. Bette: “Als ik later een mama ben, heb ik ook een papa, en dan moet ik ook koffie maken voor de papa. Dus ik moet wel leren koffie maken! En dan krijg ik ook kindjes, en dan ben jij de oma van de kindjes. Want oma Tippe is ook de mama van oma Gea.”
Terwijl Arend op school is, en Jan in bed, doen Bette en ik een spelletje. Mama wil met de dobbelsteen gooien. Bette, verontwaardigd met de handen in de zij: “Nee, ík magt beginnen, want ík ben de jomste! Dat staat in de spellegels!” (en warempel, het stond er inderdaad…)